Ik ben een rasechte Westvlaamse met een fikse portie Spaans bloed in mijn aders.
Ik ben graag buiten en dicht bij de natuur. Ik voelde altijd al dat ik een andere kijk had op de dingen en anders zag dan de doorsnee mens. Ik kijk emotioneler, ben betrokken partij.
Dat zie je ook aan mijn foto’s: mijn beelden zijn puur, in hun natuurlijke staat en onbewerkt.
Ik ben van nature een optimist en hou van de kleine dingen des levens. Ik volgde geen opleiding fotografie:
ik schakel mijn brein uit en doe mijn ding. Fotograferen is zoals ademen voor mij.
De camera heb ik ontdekt door aan zee te wonen, alweer 5 jaar geleden. Hij is mijn beste vriend.
Mijn favoriete fotograaf is Jimmy Kets: hij beheerst kleur en ziet net als ik de magie in alledaagse toevalligheden. Het is een jonge fotograaf met speelse beelden. Zelf ben ik ook wel nog speels en kinds.
Zodoende stap ik al fotograferend door het leven. Mijn toestel op automatisch, geen gedoe.
Ik ervaar de wereld als een film: ik ben niet altijd deelgenoot, maar laat me wel meeslepen.
Ik heb duizenden unieke foto's. Ze lezen als een dagboek en kleur is mijn dada. Ik kan niet zonder.
Zwart/wit vind ik te makkelijk: het verdoezelt, geeft al snel een artistieke look.
Tenslotte zien we in kleur, ik kies voor meer kleur in het leven.
Ik heb ook een tijdje geschilderd. Ik bezit nog een fantastisch werkje dat ik maakte toen ik dertien was. Ik herinner me het moment nog goed: op het strand van Bredene met mijn ouders en broers. Een mini-ezeltje was mijn metgezel en ik was al schilderend een gelukkig meisje. Rond mijn zesentwintigste koos ik voor een meer abstracte penseelvoering... Om twintig jaar nadien uiteindelijk in de wereld van de fotografie te belanden.
Vroeger woonde ik aan zee en fotografeerde veel turbulente luchten met zicht op de oneindigheid.
Nu woon ik in de stadsrand, in het toch nog groene Jette. Andere beelden en dat zie je…
Het is elke dag een uitdaging om iets pakkend te vinden, het laat me niet los.
Soms krijg ik nekpijn omdat ik elke dag met mijn camera ronddwaal.
Misschien vinden de mensen mij wel raar: ik stap en stap, kilometers. Ik verken de wereld rond mij, mijn camera steeds in de aanslag.
Niets of niemand is veilig voor me.